GroenLinks vindt dat Capelle heel anders met afval om moet gaan. Grondstoffen raken op en veel komt niet of nauwelijks gebruikt bij het restafval. De partij doet de raad en het college voorstellen om meer grondstoffen te halen uit wat we nu afval noemen.

In Capelle komen meer zaken die opnieuw te gebruiken zijn bij het restafval dan in vergelijkbare andere gemeenten. Irja Verweijen van GroenLinks: “Dat is echt jammer. Zeker als je bedenkt dat wereldwijd steeds meer grondstoffen opraken en dat we geld kunnen verdienen aan afval. Je moeten eigenlijk van het woord ‘afval’ af. Dat drukt uit dat het waardeloos is. Maar dat is niet zo. Het meeste is op de een of andere manier weer te gebruiken. We moeten ons richten op de stoffen die er in zitten. Als het ware moeten we met een stofkam door het afval.”

GroenLinks vindt dat Capelle zich niet alleen op huisvuil moet richten. De gemeente moet het goede voorbeeld geven en bijvoorbeeld bij de inrichting van de openbare ruimte en het kopen van materialen goed letten op de grondstoffen en hoe die later (weer) te gebruiken zijn. Irja Verweijen: “De gemeente moet ook voorlichting geven over hoe je minder grondstoffen kunt gebruiken en moet alles op alles zetten om er voor te zorgen dat er minder nog te gebruiken stoffen bij het restafval komen. Maar dat kan de gemeente natuurlijk niet alleen, het zijn de bewoners die uiteindelijk de spullen wel of niet in de goede container gooien. We hebben onze visie op het afvalbeleid aan de gemeenteraad en het college overhandigd. Zelf hebben we het liever over het grondstoffenbeleid. In onze visie doen we ook voorstellen om er voor te zorgen dat het gescheiden inzamelen toeneemt. Stoffen die opnieuw te gebruiken zijn, moet je zo gemakkelijk mogelijk kwijt kunnen. Bijvoorbeeld bij winkelcentra waar je toch al vaak komt. Zorg dat je daar ook zaken als kleine elektrische apparaten, kaarsstompen en kurk kwijt kunt. Ook willen we dat mensen minder gaan betalen als ze minder restafval hebben. Wat ons betreft komt er een jaarlijkse prijs voor de buurt met het minste restafval. ‘Afval’ is niet waardeloos, het is geld waard.”