De afgelopen weken verschenen berichten in de media over de gevolgen van het massaal vuurwerk afsteken tijdens de jaarwisseling. In Capelle aan den IJssel zorgde het vuurwerk ook weer voor overlast. Landelijk heeft GroenLinks een meldpunt voor vuurwerkoverlast geopend. Hieruit blijkt dat in Capelle aan den IJssel meer dan gemiddeld klachten waren over vuurwerkoverlast.

 

In totaal zijn 425 meldingen binnengekomen bij het landelijke meldpunt vuurwerkoverlast van GroenLinks. Dat wil zeggen dat 1 op de 155 Capellenaren een melding heeft gedaan. Het landelijke gemiddelde is 1 op de 206 inwoners die vuurwerkoverlast heeft gemeld.

Irja Verweijen, fractievoorzitter van GroenLinks in Capelle: “Wat opvalt is dat ongeveer de helft van de meldingen in Capelle aan den IJssel ging over de harde knallen van vuurwerkbommen. Ook klaagden veel mensen over het te vroeg afsteken van vuurwerk. Dat gaat bijna een derde van de meldingen. Ook veel meldingen kregen we over gestreste huisdieren of gevaar voor dieren.”

Bij het meldpunt kwamen ook meldingen binnen over schade door vuurwerk of achtergelaten vuurwerkafval en luchtverontreiniging. Een voorbeeld van de meldingen die binnenkwamen: “Het knalt hier vanaf nu continu achter elkaar en enorm hard ook. Onze hond weet echt niet waar ze het moet zoeken, ondanks alle maatregelen die wij al hebben getroffen in verband met haar angst.”

Naar aanleiding van deze cijfers heeft GroenLinks vragen gesteld aan het college. GroenLinks vraagt naar meer informatie over ongevallen, meldingen bij de politie en schade die vuurwerk heeft veroorzaakt tijdens de afgelopen jaarwisseling. Ook vraagt GroenLinks aan het college welke maatregelen het van plan is te nemen en of het college een professionele vuurwerkshow wil gaan organiseren als alternatief voor het zelf vuurwerk afsteken. “De binnengekomen meldingen zijn aanwijzingen dat de overlast door vuurwerk aanzienlijk is. Met de vragen aan het college hopen we dat we de feiten op een rij kunnen zetten en dat er oplossingen komen.”, aldus Irja Verweijen.